dinsdag 20 februari 2018




HET DNA VAN HARLINGEN



Harlingen werd gesticht door Vikingen. Ingehuurd om dit gedeelte van Friesland te verdedigen tegen hun “broeders” uit het Noorden. Ze vestigden zich op een eiland, dat lag tegenover de Grote Bredeplaats, in de Middeleeuwen 'het Blockhuys”, een dwangburcht.

De Friezen, die hen betaalden waren zelf ook “rampvluchtelingen”, toen de Noordzee langzaam onder water kwam te staan en doorbrak naar het Zuiden, het huidige “Kanaal”, moesten ze hun geboortegrond Doggerbank verlaten.

In de 13e en 14e eeuw werd Friesland getroffen door overstromingen, waaronder 2 St.Elisabeth-vloeden. Tijdens deze laatste kwamen, bewoonde gedeelten van de eilanden en de Waddenzee onder water te staan. Harlingen kreeg een directe toegang tot de Zuiderzee.

De bewoners van Oost-Vlieland en het eiland Griend Grijn, nu een vogelreservaat, vluchtten naar en werden opgevangen in Harlingen. Velen vestigden zich hier definitief.

De tweede grote instroom van vluchtelingen waren Doopsgezinden uit Antwerpen. Na de val van de stad, waarbij Caspar di Robles, de Harlingers welbekend, sneuvelde, vertrokken de Protestanten naar het Noorden en kwamen uiteindelijk in Amsterdam, maar ook in Harlingen terecht. De Doopsgezinden krijgen, door hun opleiding en vakmanschap, veel invloed en bouwen uiteindelijk een imposante vermaning aan de Zoutsloot (helaas gesloopt).

Als derde wil ik noemen de komst van de

Admiraliteit. Harlingen werd een marinehaven en kocht Almenum. Hierdoor werd het mogelijk de gehele stad te ommuren. De pakhuizen aan de Noorderhaven tonen nog een glimp van de handelscontacten.

De Admiraliteit zorgde ervoor dat Harlingen internationaler werd. Admiraals (Tjerk Hiddesz de Vries, geen Harlinger.) woonden aan de Lanen en magistraten uit Groningen en Drente bezochten Harlingen. De Admiraliteit haalde zijn matrozen en zeesoldaten uit Holland. Deze stichtten regelmatig een gezin en bleven. Ook de handarbeiders, nodig voor de aanleg van de Afsluitdijk werden tot in België geworven. Duitse boerenknechten werkten zomers in Friesland. Allemaal “vluchtelingen”, de huidige groep Syriers en Somaliers ook, zorgen ervoor dat Harlingen afwijkt van de rest van Friesland, inclusief Franeker.

Harlingen is diverser, gevormd door de instroom van buitenstaanders. Het is kosmopolitischer en bewuster. Het Harlings wijkt sterk af van het Fries en leunt op het Engels. (Nou!)

Elk voordeel heeft zijn nadeel, zei Johan Cruijff al. En dit geldt zeker ook voor Harns. Als vestingstad had Harlingen geen uitbreidingsmogelijkheden. Binnen de vestingmuren werd elke vierkante meter gebruikt voor bebouwing; vooral voor de nieuwkomers, de gelukzoekers en toekomstige armen. Harlingen was het dichtst bevolkt van alle Nederlandse steden en werd regelmatig door epidemieën getroffen (tbc, door een Engelse matroos aan land gebracht).

Overbevolking en armoede tot de stad kon uitbreiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten